dinsdag 24 september 2013

Dragen


Iedere dag een keer of drie is er voor mij uitgebreid de tijd. Dan wel wat babbelen, knuffelen en borstelen. Of wat lekkers en even bevrijd worden van de varkens door aan de andere kanten van de hekken te mogen grazen. Altijd los, zonder touw aan het halster, want ik ga toch nergens heen als ik bij Tien in de buurt kan zijn, weg van de roze wroeters. Castel de hond is wel een suffie, maar gezellig aanwezig. Die mag onder mijn benen door of er vlak achter schieten.
DQ en Merlin laat ik af en toe op mijn rug zetten. Die voel ik niet eens zitten en ik oogst bewondering van de twee-potigen.
Laatst was ik zo relaxed en Tien wat overstuur. Ze ging wat over me heen hangen. Toen volgde een been, ook best. Toen de rest en zat ze op mijn rug. En dat was helemaal niet zo zwaar hoor, viel best mee. Maar ze ging er snel van af. Want ik moet nog uitgroeien, zei ze.
Dus het draagwerk is wel aan mij besteed. Ik ben benieuwd wanneer ze wat hebben gemaakt voor om mijn buik. Ik kan niet wachten om echt te beginnen.

woensdag 4 september 2013

De weg kwijt

Van de week weer zoiets!
Na een korte graas een kilometer van huis, gadegeslagen door Tien, drie katten en een hond, besluit ik komende nacht er eens op uit te gaan. Verder verkennen, want dit verse andere gras geeft energie mag je weten. Volgens mij had ze het al door. Ze bleef proberen me naar de stal te brengen, maar ik wilde gewoon gelijk dat appeltje uit de rugtas en grazend wegwezen.
Nadat ze weg was ben ik grazend gaan wandelen.
Eerst naar de grote appelboom, daar het ingestorte muurtje af, dan het platgetrapte smalle pad richting het hek dat er nu opeens staat. Het is daar heel dicht gegroeid, en steil.
Ik dommel in, word wakker, doe wat stapjes verder naar beneden, graas wat, eet een appeltje van een vergeten boom en zo gaat de nacht voorbij en wordt het licht.
Ik kan nu meer zien en sta op een kleine rotspunt, begroeid met lekkers, dat wel. Hoe ik hier weg moet is me een raadsel!
Duzze....
Lijdzaam afwachten tot ik haar zie, of hem.
Dat duurt
en duurt.
Maar opeens hoor ik mijn naam en roep ik terug.
Het duurt even voor ze me gevonden heeft, maar een opluchting een grote wortel te krijgen. Maar dan hé...
Terug naar huis? Oeps. Want als ik me klem gelopen heb, hoe moeten onhandige mensen op maar twee poten dat dan doen?
Je snapt het al, het was off-road, heel moeilijk om te volgen, maar wel een betere manier omhoog dan ik omlaag ben gelopen.

Bij grote greppels of beekjes houd ik halt. Want ik spring daar overheen. Lopen door water is me een gruwel aan de hoeven en een greppel of kuil waarin ik de ondergrond niet kan zien, ook daar zet ik de hoeven niet op of in. Knap hé, ik kan ook springen!